The Book of Common Prayer
United States England Scotland Ireland Wales Canada World

    Het Boek van het Algemeen Gebet (1662)
The 1662 Book of Common Prayer in Dutch

 

De Orde voor het MORGEN- en AVOND-GEBED, dagelijks te zeggen en te gebruiken het geheele jaar door.



HET Morgen- en Avond-Gebed zal ter gewoner plaatse in de Kerk, de Kapel of het Koor gebruikt worden; tenzij het door den Ordinarius van het Oord anderzins bepaald zal zijn. En de Koren zullen blijven, als zij in vroegere tijden geweest zijn.

En hier is op te merken, dat zulke Sieraden van de Kerk, en van derzelver Dienaren, te allen tijde hunner Bediening, zullen behouden worden, en in gebruik zijn, als er in deze Kerk van Engeland waren, op Gezag van het Parlement, in het Tweede Jaar der Regering van Koning Eduard den Zesde.
 


 

 

ORDE VAN HET

MORGEN-GEBED,

DAGELIJKS HET GEHEELE JAAR DOOR.


Bij het begin van het Morgengebed zal de Dienaar met luider stem ééne of meer dezer volgende Spreuken der Heilige Schriften lezen. En dan zal hij zeggen hetgeen er na die Spreuken volgt.

ALS de goddelooze zich bekeert van zijne goddeloosheid, die hij gedaan heeft, en doet regt en geregtigheid, die zal zijne ziel in het leven behouden.   Ezech. xviii. 27.

Ik ken mijne overtredingen, en mijne zonde is steeds voor mij.   Ps. li. 5.

Verberg uw aangezigt van mijne zonden, en delg uit al mijne ongeregtigheden.   Ps. li. 11.

De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten.   Ps. li. 19.

Scheurt uw hart en niet uwe kleed eren, en bekeert u tot den Heer, uwen God: want Hij is genadig en barmhartig, langmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade.   Joël ii.13.

Bij den Heer, onzen God, zijn de barmhartigheden en vergevingen, alhoewel wij tegen Hem gerebelleerd hebben. En wij hebben de stem des Heeren, onzes Gods, niet gehoorzaamd, dat wij in zijne wetten wandelen zouden, die Hij gegeven heeft voor onze aangezigten.   Dan. ix. 9, 10.

Kastijd mij, Heer! doch met mate; niet in uwen toorn, opdat Gij mij niet te niete maket.   Jer. x. 24. Ps. vi. 2.

Bekeert u; want het Koningrijk der hemelen is nabij gekomen.   Matth. iii. 2.

Ik zal opstaan en tot mijnen vader gaan, en ik zal tot hem zeggen: Vader! ik heb gezondigd tegen den hemel, en voor u; en ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden.   Luk. xv. 18, 19.

Ga niet in het gerigt met uwen knecht, o Heer! want niemand, die leeft, zal voor uw aangezigt regtvaardig zijn.   Ps. cxliii. 2.

Indien wij zeggen, dat wij geene zonde hebben; zoo verleiden wij ons zelven, en de waarheid is in ons niet. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouwen regtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons .reinige van alle ongeregtigheid.   1 Joh. i. 8, 9.

ZEER geliefde broeders! de Heilige Schrift vermaant ons op verscheidene plaatsen tot erkenning en belijdenis onzer menigvuldige zonden en boossheid; en dat wij die niet zullen ontveinzen of bemantelen, voor het aangezigt van den almagtigen God, Onzen hemelschen Vader, maar ze met een ootmoedig, nederig, boetvaardig en gehoorzaam hart belijden; ten einde wij de vergiffenis derzelve mogen verwerven, naar zijne oneindige goedheid en barmhartigheid. En ofschoon wij te allen tijde onze zonden ootmoedig voor God moeten erkennen, behooren wij dit echter vooral te doen, wanneer wij zamenkomen en ons met elkander vereenigen, om Hem dank te zeggen voor de groote weldaden, die wij uit zijne hand ontvingen, om den Hem verschuldigden lof te verbreiden, om zijn allerheiligst Woord te, hooren en te bidden om hetgeen ons, zoowel naar ligchaam als ziel, heilzaam en noodig is. Weshalve ik u bid en smeek, zoo velen als gij hier tegenwoordig zijt, met een zuiver hart en ootmoedige stem met mij te naderen tot den troon der hemelsche genade, mij nazeggende:

Eene algemeene belijdenis, die door de gansche gemeente den Dienaar moet morden: nagezegd, allen knielende.
 

The Order for

Morning Prayer

Daily throughout the Year

ALMAGTIGE en barmhartige Vader! Wij hebben gedwaald, en zijn van uwe wegen afgeweken, als verlorene schapen. Wij hebben te veel de gedachten en begeerlijkheden onzer eigen harten gevolgd. Wij hebben misdreven tegen uwe heilige wetten. Wij hebben nagelaten, hetgeen wij behoorden te doen; En wij hebben gedaan, hetgeen wij behoorden niet te doen; En er is geen heil in ons. Maar Gij, o Heer! ontferm u over ons, ellendige overtreders. Verschoon Gij hen, o God! die hunne gebreken belijden. Rigt Gij hen op, die boetvaardig zijn; Volgens uwe beloften aan het menschdom verkondigd in Christus Jezus, onzen Heer. En verleen ons, o barmhartige Vader! om zijnentwil; Dat wij voortaan godzalig, regtvaardig, en matig leven mogen, Ter eere van uwen heiligen naam. Amen.

De Absolutie, of Vergeving van zonden, door den Priester alleen, staande, uit te spreken, terwijl de gemeente nog knielt.

DE almagtige God, de Vader van onzen Heer Jezus Christus, die geenen lust heeft inden dood eens zondaars,maar veeleer daarin, dat hij zich bekeere van zijne boosheid en leve; en die aan zijne Dienaren magt en bevel gegeven heeft, om zijnen volke, wanneer het boetvaardig is, de Absolutie en Vergeving hunner zonden te verkondigen en uit te spreken: Hij vergeeft en ontslaat allen, die zich van harte bekeeren en zijn heilig Evangelie ongeveinsd gelooven. Laat ons derhalve Hem smeeken, dat Hij ons opregte bekeering en zijnen Heiligen Geest verleene, opdat hetgeen wij thans verrigten Hem welgevallig zij, en ons overige leven voortaan onbesmet en heilig wezen moge; zoodat wij ten laatste mogen ingaan in zijne eeuwige vreugde; door Jezus Christus, onzen Heer.

De gemeente zalhier,en aan het einde van alle andere gebeden antwoorden, AMEN.

Dan zal de Dienaar knielen, en het Gebed des Heeren met eene hoorbare stem: zeggen; terwijl ook de gemeente knielt en het met hem herhaalt, zoorwel hier als elders waar het bij de godsdienst Voorkomt.
 

Confession & Absolution

ONZE Vader, die in de hemelen zijt! Uw naam worde geheiligd. Uw koningrijk kome. Uw wil geschiede, Gelijk in den hemel, zoo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijksch brood. En vergeef ons onze schulden, Gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, Maar verlos ons van den booze. Want uw is het koningrijk, En de kracht, en de heerlijkheid, In der eeuwigheid. Amen.

Dan zal hij insgelijks zeggen:

    O Heer! open Gij onze lippen.
    Antw. En onze mond zal uwen lof verkondigen.
    Priester. O God! haast U om ons te verlossen.
    Antw. O Heer! haast U tot ·onze hulp.

Hier staan allen op. en de Priester zal zeggen:

    Eere zij den Vader, en den Zoon: en den Heiligen Geest;
    Antw. Gelijk het was in den beginne, nu is, en altoos zijn zal: in alle eeuwigheid. Amen.
    Priester. Looft den Heer.
    Antw. De naam des Heeren zij geloofd.

Dan zal de volgende Psalm gezegd of qezonqen worden: behalve op Paaschdag, waarvoor een ander Beurtgezang verordend is; en op den negentienden dag van iedere maand moet die niet hier gelezen worden, maar in de gervone volgorde der Psalmen.
 

Lord's Prayer

VENITE, EXULTEMUS DOMINO.

Psalm xcv.

KOMT, laat ons den Heere vrolijk zingen: laat ons juichen den rotssteen onzes heils.
    Laat ons zijn aangezigt te gemoet gaan met lof: laat ons Hem juichen met Psalmen.
    Want de Heer is een groot God: ja een groot Koning boven alle goden.
    In wiens hand de diepste plaatsen der aarde zijn: en de hoogten der bergen zijn Zijne.
    Wiens ook de zee is, want Hij heeft ze gemaakt: en zijne handen hebben het drooge geformeerd.
    Komt, laat ons aanbidden en nederbukken : laat ons knielen voor den Heer, die ons gemaakt heeft.
    Want Hij is onze God: en wij zijn het volk zijner weide, en de schapen zijner hand.
    Heden zoo gij zijne stem hoort, verhardt uw hart niet: gelijk te Merîba, gelijk ten dage van Massa in de woestijn;
    Waar Mij uwe vaders verzochten: Mij beproefden, ook mijn werk zagen.
    Veertig jaar heb Ik verdriet gehad aan dit geslacht, en heb gezegd: zij zijn een volk, dwalende van hart, en zij kennen mijne wegen niet.
    Daarom heb Ik in mijnen toorn gezworen: zoo zij in mijne rust zullen ingaan!
    Eere zij den Vader, en den Zoon: en den Heiligen Geest;
    Gelijk het was in den beginne, nu is, en altoos zijn zal: in alle eeuwigheid. Amen.

Dan zullen de Psalmen volgen naar de voorgeschreven orde. En aan het einde van eiken: Psalm het qeheele jaar door, en insgelijks aan het einde van Benedicite, Benedictus, Magnificat, en Nunc dimittis, zal herhaald worden;

    Eere zij den Vader, en den Zoon: en den Heiligen Geest;
    Antw. Gelijk het was in den beginne, nu is, en altoos zijn zal: in alle eeuwigheid. Amen.

Dan zal duidelijk en met eene hoorbare stem gelezen worden de Eerste Les, genomen uit het Oude Testament, zoo als in den Kalender verordend is, tenzij er Bijzondere Lessen. voor dien dag zijn aangewezen. Hij, die leest, sta en keere zich in dier voege, als hij best van alle aanweziçen: kan gehoord morden; En daarna zal, in de landtaal, gezegd of gezongen morden de Hymne, genaamd Te Deum Laudamus, dagelijks het gansche jaar door.

Men merke op, dat voor elke Les de Dienaar zeggen zal: Hier begint zulk een Hoofdstuk, of Vers van zulk een Hoofdstuk, van zulk een Boek; en na elke Les: Hier eindigt de Eerste, of de Tweede Les.
 

 

TE DEUM LAUDAMUS.

WIJ loven U, o God: we erkennen, dat Gij zijt de Heer.
    De gansche aarde aanbidt U: den eeuwigen Vader.
    Tot U roepen alle Engelen luide: de hemelen, en alle mag ten daarin.
    De Cherubim en Serafim: roepen tot U geduriglijk uit:
    Heilig, Heilig, Heilig: Heere God Sabaoth!
    Hemel en aarde zijn vol der majesteit: van uwe heerlijkheid.
    De heerlijke rei der Apostelen: looft U.
    Het loffelijk aantal der Profeten: looft U.
    Het edele heir der Martelaren: looft U.
    De heilige Kerk geheel de wereld door: erkent U;
    Den Vader: oneindig in majesteit;
    U wen aanbiddelijken, waarachtigen: en eenigen Zoon;
    Ook den Heiligen Geest: den Trooster.
    Gij zijt de Koning der eere : o Christus!
    Gij zijt de eeuwige Zoon : van den Vader.
    Toen ge op U naamt den mensch te verlossen: versmaaddet gij niet den schoot der Maagd.
    Toen gij den prikkel des doods hadt verwonnen: opendet gij het Rijk der hemelen voor al wie gelooven.
    Gij zit ter regterhand Gods: in de heerlijkheid des Vaders.
    Wij gelooven, dat gij komen zult: om onze Regter te wezen.
    Daarom bidden we U, help uwe dienaars: die gij hebt verlost door uw dierbaar bloed.    Geef hun onder uwe heiligen te worden geteld: in eeuwige heerlijkheid.
    O Heer! verlos uw volk: en zegen uwe erve.
    Leid hen: en verhef hen tot in eeuwigheid.
    Dag aan dag: maken wij U groot;
    En wij aanbidden uwen naam: tot in alle eeuwigheid.
    Verwaardig U, o Heer: ons heden te bewaren Voor zonde.
    O Heer! ontferm U onzer: ontferm U onzer.
    Heer! laat uwe barmhartigheid op ons dalen: gelijk ons vertrouwen is op U.
    O Heer! op U heb ik betrouwd: laat mij nimmer beschaamd worden.
 

 

Of dit Gezang,

BENEDICITE, OMNIA OPERA.

ALLE gij werken des Heeren, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij, Engelen des Heeren, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij, hemelen, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Alle gij wateren, die boven den hemel zijt, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Looft den Heer, alle gij ,heirkrachten des Heeren: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Looft den Heer, gij zon, en gij maan: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Looft den Heer, gij gesternten des hemels: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Alle gij regen en dauw, looft den Heel': prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij winden alle, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij, vuur en hitte, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij, winter en zomer, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Dauwen rijm, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Vorst en koude, looft den Heer; prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    IJs en sneeuw, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij, nachten en dagen, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Licht en duisternis, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Bliksem en wolken, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    De aarde love den Heer: zij prijze en roeme Hem in der eeuwigheid.
    Gij, bergen en heuvelen, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Al wat in de aarde wast, love den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij, fonteinen, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij, zeeën en rivieren, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij, walvisschen en al wat zich roert in de wateren, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Alle gij vogelen des hemels, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Al gij wild gedierte en vee, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij, kinderen der menschen, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Israël love den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij, Priesters des Heeren, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij, knechten des Heeren, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij, geesten en zielen der regtvaardigen, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Gij, heiligen en demoedigen van harte, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Ananias, Azarias, Misaël, looft den Heer: prijst en roemt Hem in der eeuwigheid.
    Eere zij den Vader, en den Zoon: en den Heiligen Geest;
    Gelijk het was in den beginne, nu is, en altoos zijn zal: in alle eeuwigheid. Amen.

Dan zal gelijkerwijze de Tweede Les, genomen uit het Nieuwe Testament gelezen morden: En daarna de volgende Hymne; behalve wanneer dezelve voorkomt in het Hoofdstuk: voor den Dag, of in het Evangelie op den dag van den H. Johannes den Dooper.
 

 

BENEDICTUS.

Lukas i. 68.

GELOOFD zij de Heer, de God Israëls: want Hij heeft bezocht, en verlossing te weeg gebragt zijnen volke;
    En heeft eenen hoorn der . zaligheid ons opgerigt: in het huis van David, zijnen knecht;
    Gelijk Hij gesproken heeft, door den mond zijner heilige Profeten: die van het begin der wereld geweest zijn:
    Namelijk eene verlossing van onze vijanden: en van de hand van al degenen, die ons haten;
    Opdat Hij barmhartigheid dede aan onze vaderen: en gedachtig ware aan zijn heilig verbond;
    En aan den eed, dien Hij Abraham, onzen vader, gezworen heeft: om ons te geven,
    Dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden: Hem dienen zouden zonder vreeze.
    In heiligheid en geregtigheid voor Hem: al de dagen onzes levens.
    En gij, kindeken, zult een Profeet des Allerhoogsten genaamd worden: want gij zult voor het aangezigt des Heeren vóór heengaan, om zijne wegen te bereiden;
    Om zijn volk kennis der zaligheid te geven: in vergeving hunner zonden,
    Door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods: met welke ons bezocht heeft de opgang uit de hoogte;
    Om te verschijnen dengenen, die gezeten zijn in duiseternis en schaduwe des doods: om onze voeten te rigten op den weg des vredes.
    Eere zij den Vader, en den Zoon: en den Heiligen Geest;
    Gelijk het was in den beginne, nu is, en altoos zijn zal: in alle eeuwigheid. Amen.

Of deze Psalm.

JUBILATE DEO.

Psalm c.

GIJ gansche aarde, juich den Heere: dient den Heers met blijdschap, komt voor zijn aanschijn met vrolijk gezang.
    Weet dat de Heer is God; Hij heeft ons gemaakt, (en niet wij,) zijn volk en de schapen zijner weide.
    Gaat in tot zijne poorten met lof, in zijne voorhoven, met lofgezang: looft Hem, prijst zijnen naam.
    Want de Heer is goed, zijne goedertierenheid is in der eeuwigheid: en zijne getrouwheid van geslachte tot geslachte.
    Eere zij den Vader, en den Zoon: en den Heiligen Geest;
    Gelijk het was in den beginne, nu is, en altoos zijn zal; in alle eeuwigheid. Amen.

Dan zal de Apostolische Geloofsbelijdenis door den Dienaar en de gemeente staande gezongen of gezegd morden; alleen uitgenomen die dagen, wanneer de Geloofsbelijdenis van den H. Athanasius moet gelezen morden.
 

 

IK geloof in God den Vader, den Almagtigen, Schepper des hemels en der aarde.
    En in Jezus Christus, zijnen eengeboren' Zoon, onzen Heer, Die ontvangen is van den Heiligen Geest, Geboren uit de Maagd Maria, Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, Is gekruist,gestorven en begraven, Nedergedaald ter helle; Ten derden dage wederom opgestaan van de dooden, Opgevaren ten hemel, Zittende ter regterhand Gods, des Almagtigen Vaders; Van waar Hij komen zal, om te oordeelen de levenden en de dooden.
    Ik geloof in den Heiligen Geest; De heilige Katholijke kerk; De gemeenschap der Heiligen; Vergeving der zonden; Wederopstanding des vleesches, En een eeuwig leven. Amen.

Es daarna deze Volgende gebeden, terwijl allen eerbiedig knielen, de Dienaar eerst met luider stemme uitsprekende:

De Heer zij met u.
Antw. En met uwen geest.
Dien. Laat ons bidden :
Heer! ontferm U onzer.
Ohristus! ontferm U onzer.
Heer! ontferm U onzer,

Dan zullen de Dienaar, Klerken en gemeente met luider stemme het Gebed des Heeren zeggen.
 

Apostles' Creed

ONZE Vader, die in de hemelen zijt! Uw naam worde geheiligd. Uw koningrijk kome. Uw wil geschiede, Gelijk in den hemel, zoo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijksch brood. En vergeef ons onze schulden, Gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, Maar verlos ons van den booze. Amen.

Dan zal de Priester opstaande zeggen :

    O Heer! toon ons uwe goedertierenheid.
    Antw. En geef ons uw heil.
    Priester. O Heer! behoed de Koningin.
    Antw. En verhoor ons genadiglijk, als wij U aanroepen.
    Priester. Bekleed uwe Dienaars met geregtigheid.
    Antw. En dat uwe gunstgenooten juichen.
    Priester. O Heer! verlos uw volk.
    Antw. En zegen uwe erve.
    Priester. Geef vrede in onze dagen, O Heer!
    Antw. Want niemand anders strijdt voor ons, dan Gij alleen, o God!
    Priester. O God! schep ons een rein hart.
    Antw. En neem uwen Heiligen Geest niet van ons.

Dan zullen drie Collecten volgen: de eerste die van den Dag, welke dezelfde zijn zal, als bij de Communie verordend is; de tweede om Vrede; de derde om Genade tot een godzalig leven. En de twee laatste Collecten zullen nimmer veranderd, maar dagelijks bij tiet Morgengebed, het gansche jaar door, op de volgende wijze gezegd worden: terwijl allen knielen.

Lord's Prayer

DE TWEEDE COLLECT, OM VREDE.

O GOD! die de oorsprong des vredes zijt, en in eendragt een welbehagen schept, wien te kennen het eeuwige leven, en wiens dienst ware vrijheid is; bescherm ons, uwe ootmoedige dienstknechten, tegen alle aanvechtingen onzer vijanden, opdat wij, vast op uwen bijstand vertrouwende, voor geene tegenstanders vreezen, door de kracht van Jezus Christus, onzen Heer. Amen.
 

2nd Collect, for Peace

DE DERDE COLLECT, OM GENADE.

O HEER, onze hemelsche Vader, almagtige en eeuwige God! die ons dezen dag veilig deedt beginnen, neem ons op denzelven in uwe magtige hoede; en geef, dat wij heden in geene zonde vallen, noch in eenig gevaar geraken; maar dat al onze daden door uwe leiding mogen worden ingerigt, om altijd te doen hetgeen regt is in uwe oogen; door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.

In Koren en op plaatsen, maar qezongen wordt, volgt hier het Beurtgezang.

Dan moeten de vijf volgende gebeden hier gelezen worden; behalve wanneer men de Litanie leest: alsdan zullen de twee laatste alleen, zoo als zij daar geplaatst staan, gelezen worden:
 

3rd Collect, for Grace

EEN GEBED VOOR DE KOONINGIN.

O HEER, onze hemelsche Vader! hoog en magtig, Koning der koningen, Heer der heeren, éénige bestuurder der Vorsten, die, van uwen troon, op alle bewoners der aarde nederziet; wij smeeken U van ganscher harte, in gunste neder te zien op onze geëerbiedigde Koningin VICTORIA, en haar zoo met de genade van uwen Heiligen Geest te vervullen, dat zij altoos genegen zij om uwen wil te volbrengen en in uwe wegen te wandelen, Schenk haar eene ruime mate van hemelsche gaven; vergun haar lang in gezondheid en voorspoed te leven; sterk haar, opdat zij al hare vijanden overwinnen moge; en eindelijk, na dit leven, de eeuwige vreugde en zaligheid moge verwerven; door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.
 

Prayer for the Queen

EEN GEBED VOOR HET KONINKLIJKE HUIS.

ALMAGTIGE God, Bron van al het goede! Wij smeeken U e ootmoedig om uwen zegen e voor den Prins Albert, Albert Prins van Wallis, en het geheele Koninklijke Huis. Verleen hun uwen Heiligen Geest; schenk hun uwe hemelsche genade, en allen tijdelijken voorspoed, en voer hen tot uw eeuwig koningrijk ; door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.

Prayer for the Royal Family

EEN GEBED VOOR DE GEESTELIJKHEID EN DE GEMEENTEN.

ALMAGTIGE en eeuwige God, die alleen groote wonderen werkt! Schenk den zaligenden invloed van uwen Geest aan onze Bisschoppen, en Herders, en al de Gemeenten, aan hunne zorg toevertrouwd; en doe, opdat zij U steeds behagen, uw' zegen, als een' gedurigen dauw, op hen nederdalen. Verleen dit, o Heer! ter eere van onzen Middelaar en Voorspraak, Jezus Christus. Amen.
 

Prayer for Clergy & People

EEN GEBED VAN DEN H. CHRYSOSTOMUS.

ALMAGTIGE God! die ons heden de genade bewezen hebt, dat wij, eendragtig te zamen vereend, onze gebeden tot U mogen opofferen, en die belooft, dat, waar er twee of drie in uwen naam vergaderd zijn, Gij hunne gebeden verhooren zult; vervul nu, o Heer! de begeerten en smeekingen uwer dienaren, als meest tot hun heil verstrekken kan; en verleen ons in deze wereld de kennis uwer waarheid, en in de toekomende het eeuwige leven. Amen.

II. CORINTHE, XIII.

DE genade van onzen Heer Jezus Christus, en de liefde Gods, en de gemeenschap des Heiligen Geestes, zij altoos met ons allen. Amen.

Hier eindigt de Orde van het Morgengebed door het geheele jaar.

Prayer of St. Chrysostom

 

Return to the 1662 Book of Common Prayer in Dutch

Web author: Charles Wohlers U. S. EnglandScotlandIrelandWalesCanadaWorld