The Book of Common Prayer
United States England Scotland Ireland Wales Canada World

    Het Boek van het Algemeen Gebet (1662)
The 1662 Book of Common Prayer in Dutch

 

ORDE

VAN DE

BEDIENING VAN HET AVONDMAAL DES HEEREN,

OF DE

HEILIGE COMMUNIE.


·¶ Al degenen, die voornemens zijn aan de heilige Communie deel te nemen, zullen: hunne namen aan den Geestelijke der Parochie opgeven, ten minste 'e daags te voren.

En indien iemand hunner door een openbaar en berucht wangedrag, of door zijne naasten met woord of daad te verongelijken, aan de gemeente ergernis gegeven heeft; dan zal de Geestelijke, daarvan kennis dragende, hem ontbieden en aanzeggen, dat hij zich in geenen deele vermete, om aan de Tafel des Heeren te komen, totdat hij opentlijk verklaard heeft, zich van harte bekeerd en zijne voormalige slechte levenswijze verbeterd te hebben, ten einde der gemeente, aan welke hij vroeger ergernis gegeven had, daardoor voldoening geschiede; en dat hij hun, die hij verongelijkt had, vergoeding heeft gedaan; ten minste verklare hij zijn ernstig voornemen, dit te doen, zoodra hem eenigzins mogelijk is.

Naar dezelfden regel zal de Geestelijke handelen met hen, tusschen welken hij haat en vijandschap heerschen ziet, niet gedoogende, dat zij aan de Tafel des Heeren deelnemen, totdat hij meet dat zij verzoend zijn, En indien een, van beide in onmin zijnde partijen zich genegen toont, om van ganscher harte al wat de ander tegen hem misdaan heeft te vergeven, en de beleediging, die hij zelf aandeed, te herstellen; doch de tegenpartij zich niet tot godzalige eensgezindheid wil laten overreden, maar in zijnen wrok en kwaadaardigheid volhardt: in dit geval moet de Dienaar den boetvaardigen persoon tot de heilige Communie. toelaten, 1naar niet den hardnekkigen. Onder beding echter, dat elke Dienaar iemand zoo afwijzende, als in deze of de naast voorgaande Paragraaf dezer Rubriek is aangeduid, verpligt zal zijn hiervan berigt te doen, aan den Ordinarius, uiterlijk binnen veertien dagen daarna. En de Ordinarius zal tegen den beleedigenden persoon volgens de Kanonieke wetten te werk gaan.

De Tafel, ten tijde der Communie met een helder wit linnen kleed bedekt zijnde, zal in het midden der Kerk staan; of in het Koor, alwaar verordend is het Morgen- en Avondgebet te zeggen, En de Priester, aan de noordzijde der Tafel staande, zal het Gebed des Heeren: zeggen, met de Collect daarop volgende, terwijl de gemeente knielt.
 

The Order

of the

Administration of the Lord's Supper

or

Holy Communion

ONZE Vader, die in de hemelen zijt! Uw naam worde geheiligd. Uw koningrijk kome. Uw wil geschiede, Gelijk in den hemel, zoo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijksch brood. En vergeef ons onze schulden, Gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, Maar verlos ons van den booze. Amen.
 

Lord's Prayer

DE COLLECT.

ALMAGTIGE God! voor wien alle harten geopend, wien alle begeerten bekend zijn, en voor wien niets verborgen is; reinig de gedachten onzer harten door den invloed van uwen Heiligen Geest, opdat wij U volmaaktelijk liefhebben, en uwen heiligen naam waardiglijk groot maken mogen; door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.

Dan zal de Priester, zich naar de gemeente keerende. al de TIEN GEBODEN duidelijk voordragen; en de gemeente steeds knielende zal, na elk Gebod, God bidden om ontferming wegens hunne overtreding daarvan in vorigen tijd, en om genade tot het onderhouden van hetzelve voor het toekomende, als volgt.
 

Collect for Purity

    Dienaar. God sprak deze woorden, zeggende: Ik ben de Heer, uw God: Gij zult geene andere Goden voor mijn aangezigt hebben.
    Gemeente. Heer! ontferm u onzer, en neig onze harten, om dit gebod te onderhouden.
    Dien. Gij zult u geen gesneden beeld, noch eenige gelijkenis maken, van hetgeen boven in den hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hun dienen: want Ik, de Heer, uw God, ben een ijverig God, die de misdaden der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten; en doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij lief hebben, en mijne geboden onderhouden.
    Gem. Heer! ontferm u onzer, en neig onze harten, om dit gebod te onderhouden.
    Dien. Gij zult den naam des Heeren, uws Gods,niet ijdelijk gebruiken: want de Heer zal niet onschuldig houden die zijnen naam ijdelijk gebruikt.
    Gem. Heer! ontferm u onzer, en neig onze harten, om dit gebod te onderhouden.
    Dien. Gedenkt den Sabbatdag, dat gij dien heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden, en al uw werk doen; maar de zevende dag is de Sabbat des Heeren, uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uwe dochter, noch uw dienstknecht, noch uwe dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling, die in u we poorten is. Want in zes dagen heeft de Heer den hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat er in is, en Hij rustte ten zevenden dage: daarom zegende de Heer den Sabbatdag en heiligde denzelven.
    Gem. Heer! ontferm u onzer, en neig onze harten, om dit gebod te onderhouden.
    Dien. Eert uwen vader en uwe moeder, opdat uwe dagen verlengd worden in het land, dat u de Heer, uw God, geeft.
    Gem. Heer! ontferm u onzer, en neig onze harten, om dit gebod te onderhouden.
    Dien. Gij zult niet doodslaan.
    Gem. Heer! ontferm u onzer, en neig onze harten, om dit gebod te onderhouden.
    Dien. Gij zult niet echtbreken.
    Gem. Heer! ontferm u onzer, en neig onze harten, om dit gebod te onderhouden.
    Dien. Gij zult niet stelen.
    Gem. Heer! ontferm u onzer, en neig onze harten, om, dit gebod te onderhouden.
    Dien. Gij zult geene valsche getuigenis spreken tegen uwen naasten.
    Gem. Heer! ontferm u onzer, en neig onze harten, om dit gebod te onderhouden.
    Dien. Gij zult niet begeeren uws naasten huis, gij zult niet begeeren uws naasten I vrouw, noch zijnen dienstknecht, noch zijne dienstmaagd, noch zijnen os, noch zijnen ezel, noch iets, dat uws: naasten is.
    Gem. Heer! ontferm u onzer, en schrijf al deze uwe geboden in onze harten, smeeken wij U.

Dan zal ééne van deze beide Collecten voor de Koningin volgen, ter-mijt de Priester staat als te voren, en zegt:

Laat ons bidden.
 

Ten Commandments

ALMAGTIGE God! wiens rijk van eeuwigheid, en wiens heerschappij oneindig is; ontferm u over geheel uwe Kerk; en wil het hart van uwe uitverkorene dienares VICTORIA, onze Koningin en Regeerster, zóó besturen, dat zij (wetende wiens dienares zij is) bovenal de eer en heerlijkheid uws naams moge zoeken; en dat wij en al hare onderdanen, (wel ter harte nemende, van wien zij haar gezag ontvangen heeft) haar trouw, eerbied en gehoorzaamheid, volgens uw heilig Woord en gebod, betoonen mogen, in u, en om uwentwil; dool' Jezus Christus, onzen Heer, die met u en den Heiligen Geest, een éénig God, leeft en regeert, in eeuwigheid. Amen.

Of,

ALMAGTIGE en eeuwige God! uw heilig Woord leert ons, dat de harten der Koningen in uwe hand en leiding zijn, en dat gij die, naar het welbehagen uwer Goddelijke wijsheid, neigt en bestuurt; wij bidden U ootmoedig, wil het hart van uwe dienares VICTORIA, onze Koningin en Regeerster, zóó neigen en besturen,dat zij, in al hare gedachten, woorden en werken, steeds uwe eer en heerlijkheid zoeken, en er naar trachten moge, om het volk, aan hare zorg toebetrouwd, in welvaart, vrede en godzaligheid te behouden. Verleen zulks, o barmhartige Vader! om uwen geliefden Zoon Jezus Christus, onzen Heer. Amen.

Dan volgt de Collect van den Dag. En onmiddelijk na de Collect zal de Priester den Brief lezen, zeggende: De Zendbrief, [of, Het gedeelte der Schrift Voor den Zendbrief verordend] is beschreven in het ——— Hoofdst. van ——— beginnende met het ——— Vers. En de Zendbrief geëindigd zijnde, zal hij zeggen: Hier eindigt de Zendbrief. Dan zal hij het Evangelie lezen, terwijl de gansche gemeente opstaat,zeggende: Het H. Evangelie is beschreven in het ——— Hoofdst, van ——— beginnende met het Vers. En het Evangelie geëindigd zijnde, zal de volgende Geloofsbelijdenis gezongen of gezegd morden; de gemeente nog staande, als te vorem.
 

Prayerws for the Queen

IK geloof in éénen God, den almagtigen Vader, Schepper des hemels en der aarde, En van alle zienlijke en onzienlijke dingen:
    En in éénen Heer Jezus Christus, den ééniggeboren' Zoon van God,Geboren uit den Vader vóór alle eeuwen, God uit God, en licht uit licht, waarachtig God uit waarachtig God, Geboren, en niet gemaakt, Van hetzelfde wezen met den Vader; Door welken alle dingen gemaakt zijn, Die om ons menschen, en om onze zaligheid is nedergekomen uit den hemel, En vleesch geworden is uit den Heiligen Geest en de Maagd Maria, En een mensch is geworden, En voor ons gekruisigd is onder Pontius Pilatus. Die geleden heeft en begraven is, En ten derden dage opgestaan is naar de Schriften, En die opgevaren is ten hemel, En zit ter regterhand des Vaders. En dat Hij zal wederkomen met heerlijkheid, om te oordeelen de levenden en de dooden; Wiens Rijk geen einde zal hebben.
    En ik geloof in den Heiligen Geest, Den levendmakenden Heer, Die uitgaat van den Vader en den Zoon, Die met den Vader en den Zoon tegader aangebeden en verheerlijkt wordt, Die gesproken heeft door de Profeten. En ik geloof ééne Katholijke en Apostolische Kerk. Ik belijd éénen Doop tot vergeving der zonden, En ik verwacht de opstanding der dooden, En het leven der toekomende eeuwe. Amen.

Dan zal de Geestelijke der Parochie aan de gemeente aankondigen, welke Feestof Vastendagen in de volgende 1veek moeten gehouden worden. En dan zal ook (zoo er aanleiding toe zij) kennis gegeven morden: van de Communie; en Brieven, Oproepingen; en Kerkbans worden afgelezen. En niets zal afgekondigd of bekend gemaakt worden: in de Kerk, gedurende den tijd der Gods. dienst. dan door den Dienaar: en ook door hem niets, dan wat in de Regels van dit Boek voorgeschreven, of door de Koningin, of door den Ordinarius der plaats opgelegd is.

Dan zal de Leerrede volgen, of ééne van de Homiliën, op last van hooger hand alreeds uitgegeven, of hierna nog uit te geven.

Dan zal de Priester naar de Tafel des Heeren terugkeeren, en het Offertorium aanvangen, ééne of meer dezer volgende Spreuken zeggende, zoo als hij naar zijn oordeel meest gepast keurt.
 

Nicene Creed

LAAT uw licht alzoo schijnen voor de menschen, dat zij uwe goede werken mogen zien, en uwen Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.   Matth. v.
    Vergadert u geene schatten op de aarde, waar ze de motte en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen; maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch motte noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen.   Matth. vi.
    Alle dingen, die gij wilt, dat u de menschen zouden doen, doet gij hun ook alzoo: want dat is de wet en de Profeten.   Matth. vii.
    I Niet een iegelijk, die tot mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koningrijk der hemelen, maar die daar doet den wil mijns Vaders, die in de hemelen is.   Matth. vii.
    Zaccheüs stond, en zeide tot den Heer: zie, de helft: van mijne goederen, Heer! geef ik den armen; en indien ik iemand iets door bedrog ontvreemd heb, dat geve ik vierdubbel weder.   Luk. xix.
    Wie dient ooit in den krijg op eigene bezoldiging? Wie plant eenen wijngaard, en eet niet van zijne vrucht? of wie weidt eene kudde, en eet niet van de melk der kudde?   1 Cor. ix.
    Indien wij ulieden het geestelijke gezaaid hebben, is het eene groote zaak, zoo wij het uwe, dat ligchamelijk is, maaijen?   1 Cor. ix.
    Weet gij niet, dat degenen, die de heilige dingen bedienen, van het heilige eten? en die steeds bij den altaar zijn, deelen met den altaar? Alzoo heeft ook de Heer verordend dengenen, die het Evangelie verkondigen, dat zij van het Evangelie leven.   1 Cor. ix.
    Die spaarzamelijk zaait, zal ook spaarzamelijk maaijen; ,en die in zegeningen zaait, zal ook in zegeningen maaijen. Een iegelijk doe, gelijk hij in zijn hart voorneemt; niet uit droefheid of uit nooddwang: want God heeft eenen blijmoedigen gever lief.   2 Cor. ix.
    Die onderwezen wordt in het woord, deele mede van alle goederen dengenen, die hem onderwijst. Dwaalt niet; God laat zich niet bespotten: want zoo wat de mensch zaait, dat zal hij ook maaijen.   Gal. vi.
    Terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenooten des geloofs.   Gal. vi.
    De godzaligheid is een groot gewin met vergenoeging: want wij hebben niets in de wereld gebragt, het is openbaar, dat wij ook niet kunnen iets daaruit dragen.   1 Tim. vi.
    Beveel den rijken in deze tegenwoordige wereld, dat zij weldadig, en gaarne mededeelende zijn, zich zelven tot eenen schat wegleggende een goed fondament tegen het toekomende, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen mogen.   1 Tim. vi.
    God is niet onregtvaardig, dat Hij uw werk zou vergeten, en den arbeid der liefde, die gij aan zijnen naam bewezen hebt, als die de heiligen gediend hebt, en nog dient.   Hebr. vi.
    Vergeet de weldadigheid en de mededeelzaamheid niet; want aan zoodanigeofferanden heeft God een welbehagen.   Hebr. xiii.
    Zoo wie het goed der wereld heeft, en ziet zijnen broeder gebrek hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft de liefde Gods in hem?   1 Joh. iii.
    Doe aalmoezen van hetgeen gij hebt, en keer uw aangezigt niet af van eenen armen; en het aangezigte Gods zal zich van u niet afkeeren.   Tob. iv.
    Naardat gij hebt, doe aalmoezen. Zoo gij weinig overig hebt, vrees niet naar het weinige daarvan aalmoezen te doen. Want gij vergadert u zelven een' goeden weggelegden schat tegen den dag des noods.   Tob. iv.
    Die zich des armen ontfermt, leent den Heere; en Hij zal hem zijne weldaad vergelden.   Spr. xix.
    Wel gelukzalig is hij, die zich verstandig draagt jegens eenen ellendigen: de Heer zal hem bevrijden ten dage des kwaads.   Psalm xli.

Terwijl deze Spreuken: gelezen morden. zullen, de Diakenen, Kerkmeesters, of andere geschikte en daartoe aangestelde personen, de aalmoezen voor de armen, en andere gaven der gemeente in een behoorlijk bekken, tot dit oogmerk door de Parochie verstrekt, inzamelen; en, hetzelve eerbiediglijk tot den Priester brengen; 1velke het ootmoedig aanbieden en op de heilige Tafel plaatsen zal.

En wanneer er Communie is, zal de Priester alsdan zooveel Brood: en Wijn op de Tafel plaatsen, als hem toereikend dunkt.

Nadat dit gedaan is, zal de Priester zeggen:
 

Ofdfertory Sentences

    Laat ons bidden voor den ganschen staat van Christus strijdende Kerk hier op aarde.

ALMAGTIGE en eeuwige God! die ons door uwen heiligen Apostel bevolen hebt, om gebeden, smeekingen en dankzeggingen
Indien er geene aalmoezen of offergaven zijn, dan moeten de woorden [van het aannemen onzer aalmoezen en offergaven] niet gezegd, maar uitgelaten worden.
te doen voor alle menschen; wij bidden U ootmoedig [onze aalmoezen en offergaven aan te nemen, en] deze onze gebeden, welke wij aan uwe Goddelijk Majesteit opdragen, goedgunstiglijk te ontvangen; wij smeek en U, wil over de algemeene Kerk den geest der waarheid, éénheid en eendragt uitstorten; en geef dat allen, die uwen heiligen naam belijden, in de waarheid van uw heilig Woord overeenstemmen, en in eenigheid en godzalige liefde mogen leven. Wij smeeken U ook, alle Christelijke Koningen, Vorsten en Overheden te behoeden en te beschermen; en inzonderheid uwe Dienares VICTORIA, onze Koningin; opdat wij onder haar bestuur een gerust en godzalig leven mogen leiden. En verleen aan haren ganschen Raad, en aan allen, die onder haar regeren, dat zij waarlijk en zonder aanzien des persoons regt doen, tot bestraffing van goddeloosheid en ondeugd, en tot handhaving van ware godsdienst en deugd. Schenk ook, hemelsche Vader! uwe genade aan alle Bisschoppen en Herders, dat zij, zoo wel door hunnen wandel als door hunne leer, uw waarachtig en levend Woord verbreiden, en uwe heilige Sacramenten zuiver en behoorlijk bedienen mogen. En geef aan al uw volk, en bijzonder aan ons, die hier tegenwoordig zijn, uwe hemelsche genade, opdat zij uw heilig Woord met een nederig hart en regten eerbied mogen hooren en aannemen; U waarlijk dienende in heiligheid en geregtigheid, al de dagen van hun leven. Wij bidden U ook ootmoedig, o Heer! dat gij met uwe goedertierenheid troosten en ondersteunen wilt al degenen, die in dit vergankelijke leven in moeite, treurigheid, nood, ziekte of in eenigen anderen tegenspoed zich bevinden. Ook danken wij uwen heiligen naam voor al uwe Dienaren, die in het geloof en in uwe vreeze dit leven verlaten hebben; U smeekende ons de genade te verleenen, om hunne goede voorbeelden zóó te volgen, dat wij met hen deelgenooten mogen worden van uw hemelsch Koningrijk. Vergun dit, o Vader! om den wil van Jezus Christus, onzen éénigen Middelaar en Voorspraak. Amen.

Wanneer de Dienaar aankondiging doet van de viering der heilige Communie (hetwelk hij altijd doen zal op den Zoondag, of eenigen Feestdag, die onmiddelijk voorafqaat) zal hij, na het eindigen, der Leerrede of Homilie, de volgende Vermaning lezen.
 

Prayer for Christ's Church militant

ZEER geliefden! aanstaanden ——— dag is het mijn voornemen, onder Gods hulp, aan allen, die godvruchtig en ootmoedig daartoe zullen bereid zijn, het troostrijk Sacrament des ligehaams en bloeds van Christus toe te dienen; dat door hen moet ontvangen worden ter gedachtenis aan zijn verdienstelijk kruis en lijden; waardoor wij alleen vergeving der zonden verkrijgen, en het Koningrijk der hemelen deelachtig worden. Derhalve behooren wij den almagtigen God,onzen hemelschen Vader, ootmoedig en hartgrondig te danken, dat Hij ons zijnen Zoon Jezus Christus, onzen Zaligmaker, heeft gegeven, niet alleen om voor ons te sterven, maar ook om in dit heilige Sacrament onze geestelijke spijs en voedsel te zijn. En daar hetzelve zoo Goddelijk en troostrijk is voor hen,die het waardiglijk ontvangen,en zoo gevaarlijk voor hen, die het onwaardiglijk durven ontvangen; zoo vordert mijn pligt, dat ik u vermaan, om onderwijl het gewigt dezer heilige verborgenheid, en het gevaar, dat in het onwaardig genot gelegen is, toch wel ter harte te nemen; en om uw eigen geweten te onderzoeken en te beproeven, (en zulks niet ligtzinnig of gelijk zij, die met God huichelen) maar op zoodanige wijze, dat gij op dit hemelsch feestmaal, gereinigd en geheiligd, in het bruiloftskleed, hetwelk God in zijn Woord vordert, moogt verschijnen, en als waardige deelgenooten dezer heilige Tafel aangenomen worden.
    De weg en het middel hiertoe is, ten eerste, dat gij uwen wandel en uw gedrag aan de voorschriften van Gods geboden beproeft, en waarin gij ook bespeurt overtreden te hebben, met gedachten, woorden of werken, dan uwe zondigheid betreurt, en daarvan belijdenis doet voor den almagtigen God, met een ernstig voornemen, om uw leven te verbeteren. En wanneer gij zult bevinden, van niet alleen tegen God, maar ook tegen uwe naasten gezondigd te hebben, zoo zult gij u met hen verzoenen; en gereed zijn vergoeding en voldoening te geven, naar al uw vermogen, voor het ongelijk of de beleediging, hun aan gedaan; even bereidwillig zijnde om anderen te vergeven, die u beleedigd hebben, gelijk gij begeert, dat God u al uwe zonden vergeve: want anders zou het ontvangen der heilige Communie veeleer tot uwe veroordeeling strekken. Derhalve, zoo iemand uwer een godslasteraar is, een wederstrever of verachter zijns Woords, een overspeler, of iemand, die zich aan boosheid, nijd, of andere grove misdaden schuldig maakt, hij toone berouw over zijne zonden, of anders kome hij niet tot deze heilige Tafel; opdat, na het genot van dit heilige Sacrament, de booze niet in hem vare, even als hij in Judas voer, hem met alle boosheid vervulle, en naar ligchaam en ziel in het verderf storte.
    En aangezien er ook gevorderd wordt, dat niemand tot de heilige Communie kome, dan met een volkomen vertrouwen op Gods barmhartigheid, en met een gerust geweten; daarom, zoo er iemand onder u is, die aldus zijn geweten niet kan gerust stellen, maar verder troost of raad begeert, die kome tot mij, of eenig' ander' bescheiden en geleerd Dienaar van Gods Woord, en geve zijne bezwaren te kennen; opdat hij, door de bediening van Gods heilig Woord, de weldaad der vergiffenis van zonden ontvangen moge, benevens geestelijken raad en ,bescheid, tot geruststelling van zijn geweten, en ontheffing van alle bezwaar en twijfeling.

Of, ingeval hij zien mogt, dat de gemeente nalatig is in het opkomen: tot de heilige Communie, zal hij, in plaats van de vorige, deze Vermaning gebruiken.

ZEER geliefde broeders! door Gods genade ben ik voornemens, op ——— het Avondmaal des Heeren te vieren, tot hetwelk ik u allen, die hier tegenwoordig zijt, in den naam van God, noodige; u biddende, om des Heeren Jezus Christus wille, dat gij niet weigert daaraan deel te nemen, terwijl gij door God zelven zoo liefderijk geroepen en genoodigd wordt. Gij weet, hoe grievend en onvriendelijk het is, wanneer iemand eenen rijken maaltijd heeft bereid, en zijne tafel met voorraad van allerlei soort voorzien, zoodat er niets ontbreekt, dan alleen de gasten om aan te zitten, en nogtans de genoodigden (zonder eenige reden) hoogst ondankbaar weigeren te komen. Wie uwer zou in zulk een geval niet getroffen zijn? Wie zou niet denken, dat hem groote beleediging en onregt waren aangedaan? Daarom, mijne zeer geliefden in Christus! neemt u wel in acht, dat gij u niet aan Gods verontwaardiging blootstelt, door u zei ven aan dit heilige Avondmaal te onttrekken. Het is ligt voor iemand te zeggen: ik wil niet communiceren, dewijl ik anders in mijne wereldsche bezigheden verhinderd worde. Maar zulke verontschuldigingen worden niet zoo ligtelijk aangenomen en geduld voor God. Of indien iemand zeide: ik ben een te groot zondaar, en derhalve bevreesd te komen; waarom bekeert en verbetert gij u dan niet? Wanneer God u roept, moest gij u niet schamen te zeggen, dat gij niet komen wilt? Wanneer gij tot God moest wederkeeren, wilt gij u verontschuldigen, en zeggen, dat gij niet gereed zijt? Bedenkt toch ernstig bij u zelven, hoe weinig zulke geveinsde verontschuldigingen voor God zullen gelden. Zij, die volgens het Evangelie weigerden aan het feestmaal te komen, omdat zij eenen akker gekocht, of een jok ossen beproefd, of eene vrouw getrouwd hadden, werden daardoor niet verontschuldigd, maar het hemelsch feestmaal onwaardig geacht. Wat mij betreft, ik zal gereed zijn; en overeenkomstig mijn ambt bid ik u in den naam van God, roep ik u van Christus wege, en vermaan ik u, zoo lief als gij uwe zaligheid hebt, om aan deze heilige Communie deel te nemen. En gelijk de Zoon van God zich verwaardigde, om zijne ziel over te geven in den dood aan het kruis tot u we behoudenis; even zoo zijt gij verpligt, om de Communie te ontvangen ter gedachtenis der offerande zijns doods, zoo als hij zelf bevolen heeft. En in uien gij verzuimt dit te doen, bedenkt dan bij u zelven, welk eene groote beleediging gij God aandoet, en welk eene zware straf u deswege boven het hoofd hangt; wanneer gij u moedwillig van de Tafel des Heeren onthoudt, en u afzondert van uwe broeders, die komen, om aan dezen maaltijd met zulke hemelsche spijze gevoed te worden. Wanneer gij dit alles ernstig overweegt, dan zult gij door Gods genade tot betere gedachten komen; en opdat gij hiertoe geraken moogt, zullen wij niet ophouden onze ootmoedige smeekingen op te zenden tot den almagtigen God, onzen hemelschen Vader.

Ten tijde der viering van de Communie, als de Communicanten, gevoegelijk geplaatst zijn om het heilige Sacrament: te ontvangen, zal de Priester deze Vermaning zeggen.

ZEER geliefden in den Heer! gij, die voornemens , zijt, u tot de heilige gemeenschap des ligchaams en bloeds van onzen Heiland Jezus Christus te begeven, behoort te overwegen, hoe de Apostel Paulus allen vermaant zich zelven wèl te beproeven en te onderzoeken, voordat zij eten van het brood en drinken van den drinkbeker. Want zoo groot de zegen is, wanneer wij dit heilig Sacrament met een boetvaardig hart en levendig geloof ontvangen, (dan toch eten wij op eene geestelijke wijze het vleesch van Christus en drinken zijn bloed; dan wonen wij in Christus, en Christus in ons; wij zijn één met Christus, en Christus met ons;) zóó groot is het gevaar, wanneer wij hetzelve onwaardiglijk ontvangen. Want alsdan zijn wij schuldig aan het ligchaam en bloed van Christus, onzen Heiland; wij eten en drinken ons zelven een oordeel, niet onderscheidende het ligchaam des Heeren; wij ontsteken den toorn Gods over ons; wij tergen Hem om ons met allerlei krankheden en verschillende soorten van dood te bezoeken. Daarom, broeders! oordeelt u zelven, opdat gij van den Heer niet geoordeeld wordet; hebt een hartelijk berouw over uwe bedrevene zonden; hebt een levendig en standvastig geloof in Christus, onzen Heiland; betert uw leven en hebt hartelijke liefde jegens allen; dan zult gij waardige deelgenooten dezer heilige verborgenheden zijn. En voor alle dingen betaamt het u, God den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest ootmoedig en hartgrondig te danken voor de verlossing der wereld, door het lijden en sterven van Christus, onzen Zaligmaker, te zamen God en mensch; die zich vernederd heeft, zelfs tot den dood des kruis es, voor ons, ellendige zondaren, die in duisternis en schaduwe des doods zaten; opdat hij ons kinderen Gods doen worden, en verhoogen zon tot erfgenamen des eeuwigen levens. En ten einde wij steeds zouden gedenken aan de uitnemend groote liefde van onzen Heer en éénigen Zaligmaker, Jezus Christus, die aldus voor ons stierf, en aan de ontelbare weldaden, ons door het storten van zijn dierbaar bloed verworven; zoo heeft hij heilige verborgenheden, als panden zijner liefde, en als een blijvend gedenkteeken van zijnen dood, tot onze groote en eeuwigdurende vertroosting ingesteld en verordend. Laat ons daarom aan hem, met den Vader en den Heiligen Geest, gedurigen dank (zoo als wij verschuldigd zijn) toebrengen; ons geheel en al aan zijnen heiligen wil en welbehagen onderwerpende, en ons beijverende, om hem in ware heiligheid en geregtigeid te dienen, al de dagen onzes levens. Amen.

Dan zal de Priester zeggen tot hen, die de heilige Communie komen ontvangen:
 

Exhortations

GIJ, die een waar en ernstig berouw over uwe zonden gevoelt, die in liefde en éénigheid met u we naasten leeft, en gezind zijt, om een nieuw leven te leiden, de geboden van God te volgen, en van nu voortaan in zijne heilige wegen te wandelen: nadert met geloof, en neemt dit heilig Sacrament tot uwen troost; en belijdt uwe zonden voor God, den Almagtigen, ootmoedig knielende.

Dan zal deze algemeene Belijdenis, in naam van allen, die gezind zijn de heilige Communie te ontvangen, door éénen. der Dienaars gedaan worden; zoowel hij als de gansche gemeente ootmoedig knielende, en zeggende:
 

Invitation

ALMAGTIGE God! Vader van onzen Heer Jezus Christus, Schepper aller dingen en Regter aller menschen; Wij erkennen en betreuren onze menigvuldige zonden en boosheid, Die wij van tijd tot tijd snoodelijk bedreven hebben, Met gedachten, woorden en werken, Tegen uwe Goddelijke Majesteit, U wen toorn en ongenoegen regtvaardiglijk over ons verwekkende. Wij gevoelen een hartelijk berouw, En wij betreuren ernstig deze onze misdrijven; De gedachte daaraan is ons grievend; Derzelver last is ons ondragelijk. Ontferm U onzer, Ontferm U onzer, barmhartige Vader! Om den wil van uwen Zoon, onzen Heer Jezus Christus, Vergeef ons al het gebeurde; En geef, dat wij voortaan, In nieuwigheid des levens, e U welbehagelijk dienen mogen, Tot eer en heerlijkheid van uwen naam; Door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.

Dan zal de Priester (of de Bisschop, indien hij tegenwoordig is) opstaan, en zich naar de gemeente keerende, deze Absolutie uitspreken.

DE almagtige God, onze hemelsche Vader, die, naar zijne groote barmhartigheid, aan allen, die zich met waar berouw en opregt geloof tot Hem wenden, vergiffenis der zonden beloofd heeft; ontferme zich over u; vergeve en verlosse u van al u we zonden; bevestige en versterke u in al wat goed is; en brenge u tot het eeuwige leven; door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.

Dan zal de Priester zeggen:
 

Confession & Absolution

    Hoort welke vertroostende woorden Christus, onze Zaligmaker, tot allen spreekt, die zich in waarheid tot hem wenden.

KOMT herwaarts tot mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en ik zal u ruste geven.   Matth. xi. 28.
    Alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijnen ééniggeboren' Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.   Joh. iii. 16.

Hoort ook wat de Apostel Paulus zegt.

    Dit is een getrouw woord, en aller aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken.   1 Tim. i, 15.

Hoort ook wat de Apostel Johannes zegt.

    Indien iemand gezondigd heeft, wij hebben eenen Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den regtvaardigen ; en hij is eene verzoening voor onze zonden.   1 Joh. ii. 1.

Waarna de Priester voortgaat te zeggen:

    Verheft uwe harten.
    Antw. Wij verheffen die tot den Heer.
    Priester. Laat ons den Heer, onzen God, dankzeggen.
    Antw. Het is regt en betamelijk zulks te doen.

Dan zal de Priester zich naar de Tafel des Heeren wenden, en zeggen:

HET is gansch regt, betamelijk, en onze schuldige pligt, dat wij te allen tijde, en op alle plaatsen, U dankzeggen, o Heer, *heilige Vader, almagtige en eeuwige God!

* Deze woorden, [Heilige Vader] op Drieëenheids-Zondag over te slaan.

Hier zal de Bijzondere Voorafspraak volgen, naar tijdsgelegenheid, indien er eenige bijzonderlijk verordend is; of anders zal onmiddelijk. volgen:

DAAROM met Engelen en Aartsengelen, en met alle hemelsche heirscharen, roemen en prijzen wij uwen heerlijken naam; U zonder ophouden lovende, en zeggende: Heilig, Heilig, Heilig is de Heer der heirscharen! hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid. Eere zij U, o Heer, den Allerhoogsten! Amen.
 

Comfortable words

BIJZONDERE VOORRAFSPRAKEN.

Op KERSDAG, en zeven dagen daarna.

OMDAT Gij om dezen tijd uwen éénigen Zoon Jezus Chrisstus voor ons deedt geboren worden; die, door de werking des Heiligen Geestes, waarachtig mensch geworden is uit de zelfstandigheid der Maagd Maria, zijne moeder; en onbesmet van zonde, opdat hij ons van alle zonde reinigen zou. Daarom met Engelen, enz.

Op PAASCHDAG, en zeven dagen daarna.

MAAR inzonderheid zijn wij schuldig U te prijzen voor de heerlijke opstanding van uwen Zoon Jezus Christus, onzen Heer: want hij is het ware Paasch-Lam, dat voor ons geofferd is, en de zonde der wereld weggenomen heeft; die den dood door zijnen dood verslonden, en door zijne herrijzing ten leven ons het eeuwige leven verworven heeft. Daarom met Engelen, enz.

Op HEMELVAARTSDAG, en zeven dagen daarna.

DOOR uwen geliefden Zoon Jezus Christus, onzen Heer; die na zijne heerlijke opstanding aan al zijne Apostelen opentlijk verschenen, en voor hunne oogen in den hemel is opgenomen, om ons eene plaats te bereiden; opdat, waar hij is, wij ook zijn mogen, en met hem heerschen in heerlijkheid. Daarom met Engelen, enz.

Op PINKSTERDAG, en zes dagen daarna.

DOOR Jezus Christus, onzen Heer; volgens wiens onfeilbare belofte de Heilige Geest, om dezen tijd, haastelijk en met groot geluid, gelijk aan eenen geweldigen wind, van den hemel afdaalde, en in de gedaante van vurige tongen zich op de Apostelen plaatste, om hen te onderwijzen en in alle waarheid te leiden; hun verleen ende zoowel de gave van menigerlei talen, als ook den moed, om met vurigen ijver het Evangelie zonder ophouden aan alle volken te prediken; waardoor wij uit de duisternis en dwaling overgebragt zijn tot het helder licht en de regte kennis van U en uwen Zoon Jezus Christus. Daarom met Engelen, enz.

Op den Feestdag van DRIEEËENHEID alléén.

DIE één God zijt, één Heer; niet een éénig persoon, maar drie personen in ééne zelfstandigheid. Want hetgeen wij gelooven van de heerlijk. heid des Vaders, dat gelooven wij ook van den Zoon en van den Heiligen Geest, zonde eenig verschil of ongelijkheid. Daarom met Engelen, enz.

Na iedere van welke Voorafspraken onmiddelijk zal gezongen of gezegd worden:

DAAROM met Engelen en Aartsengelen, en met alle e hemelsche heirscharen, roemen en prijzen wij uwen heerlijken naam; U zonder ophouden lovende, en zeggende: Heilig, Heilig, Heilig is de Heer der heirscharen! hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid. Eere zij U, o Heer, den Allerhoogsten ! Amen.

Dan zal de Priester, bij de Tafel des Heeren: knielende, in naam van allen, die de Communie ontvangen zullen, het volgende gebed zeggen.
 

 

WIJ vermeten ons niet tot deze uwe Tafel te komen, o barmhartige God! in vertrouwen op onze eigene geregtigheid, maar op uwe veelvuldige en groote goedertierenheden. Wij zijn zelfs niet waardig de kruimelen van onder uwe Tafel te verzamelen. Maar Gij zijt dezelfde Heer, wiens eigenschap het is steeds barmhartigheid te betoonen. Geef dan, o genadige God! dat wij zóó het vleesch uws Zoons Jezus Christus eten, en zijn bloed drinken, dat onze zondige ligchamen door zijn ligchaam gereinigd, en onze zielen door zijn dierbaar bloed gewasschen worden, en dat wij immermeer in hem mogen blijven, en hij in ons. Amen.

Wanneer de Priester, staande vóór de Tafel, het Brood. en den Wijn zóó geschikt heeft, dat hij des te gereedelijker en gevoegelijker het Brood vóór de gemeente breken, en den Beker in de handen nemen kan, zal hij het Gebed der Inzegening zeggen, als volgt:
 

Prayer of Humble Access
ALMAGTIGE God, onze hemelsche Vader! die, naar u we groote barmhartigheid, uwen éénigen Zoon Jezus Christus aan het lijden van den dood des kruises tot onze verlossing hebt overgegeven; alwaar hij (door die ééne offerande van zich zelven, eenmaal geschied) eene volle, volmaakte en genoegzame offerande, overgave en genoegdoening voor de zonden der geheele wereld heeft aangebragt; die eene gedurige gedachtenis zijns dierbaren doods heeft ingesteld,en ons in zijn heilig Evangelie bevolen die te onderhouden, totdat hij Wederkomt; hoor ons, o barmhartige Vader! smeeken wij U allerootmoedigst; en geef, dat wij, deze uwe gaven van brood en wijn, volgens de heilige instelling van uwen Zoon, onzen Zaligmaker Jezus Christus, ter gedachtenis van zijn lijden en dood ontvangende, ook deel mogen hebben aan zijn gezegend ligchaam en bloed: die in den nacht,
* Hier neme de Priester den Schotel in de handen.
En hier breke hij het Brood.
§ En hier legge hij de hand op al het Brood.
Hier neme hij den Beker in de hand.
|| En hier zegge hij de hand op elk gerei (zij het Kelk of Kan) waarin er Wijn is om ingezegend te worden.
in welken hij verraden werd, het brood nam;* en als hij gedankt had, brak hij het hij het, † en gaf het aan zijne discipelen, zeggende: neemt, eet, § dat is mijn ligchaam, hetwelk voor u gegeven wordt; doet dit tot mijne gedachtenis. Desgelijks nam hij ook na het eten des Avondmaals den drinkbeker, ‡ dankte, en gaf hun dien, zeggende: drinkt allen daaruit; || want dit is mijn bloed des Nieuwen Testaments, hetwelk voor u en voor velen vergoten is tot vergeving der zonden: doet dat, zoo dikwijls als gij dien zult drinken, tot mijne gedachtenis. Amen.

Dan zal de Dienaar eerst zelf de Communie ouder beide gedaanten ontvangen, en dan voortgaan dezelve aan de Bisschoppen; Priesters en Diakenen (zoo er tegenwoordig zijn: en daarna aan de gemeente achtereenvolgens ter hand te stellen, terwijl allen demoedig knielen. En wanneer hij iemand het Brood toereikt, zal hij zeggen:
 

Prayer of Consecration

HET ligchaam van onzen Heer Jezus Christus, dat voor u gegeven is, beware uw ligchaam en ziel ten eeuwigen leven. Neem en eet dit ter gedachtenis, dat Christus voor u gestorven is, en geniet hem in uw hart door het geloof met dankzegging.

¶ Ende Dienaar, die den Drinkbeker aan iemand: uitreikt, zal zeggen :

HET bloed van onzen Heer Jezus Christus, dat voor u vergoten is, beware uw ligchaam en ziel ten eeuwigen leven. Drink dit ter gedachtenis, dat het bloed van Christus voor u vergoten is, en zijt dankbaar.

Indien al het ingezegende Brood en Wijn verbruikt mogt zijn, eer nog allen gecommuniceerd hebben, zal de Priester meer inzegenen, volgens het boven voorgeschrevene Formulier; beginnende met [Onze Heiland Christus in den nacht, enz.] voor de zegening des Broods; en met [Desgelijks nam hij ook na het eten des Avondmaals, enz.] voor de zegening des Bekers.

Wanneer allen gecommuniceerd hebben, zal de Dienaar terugkeeren naar de Tafel des Heeren, en wat van de ingezegende Elementen: overblijft eerbiediglijk daarop plaatsen, en, met een helder linnen kleed bedekken.

Dan zal de Priester het Gebed des Heeren zeggen, terwijl de gemeente elke bede na hem herhaalt.
 

Words of administration

ONZE Vader, die in de hemelen zijt! Uw naam worde geheiligd. Uw koningrijk kome. Uw wil geschiede, Gelijk in den hemel, zoo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijksch brood. En vergeef ons onze schulden, Gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, Maar verlos ons van den booze. Want uw is het koningrijk, En de kracht, en de heerlijk heid, In der eeuwigheid. Amen.

Daarna zal het volgende gezegd worden:
 

Lord's Prayer

O HEER, hemelsche Vader! wij, uwe ootmoedige dienaren, bidden uwe vaderlijke goedheid, met geheel ons hart, dat Gij dit ons offer van lof en dank genadiglijk wilt aannemen; U ootmoedig smeekende, ons en uwe geheele Kerk, om de verdiensten en den dood van uwen Zoon Jezus Christus de vergeving onzer zonden, en alle andere weldaden zijns lijdens te verleenen. En hier offeren en bieden wij U, o Heer! ons zelven, onze zielen en ligchamen, tot eene levende, heilige en U welbehagelijke offerande; nederig van U biddende, dat wij allen, die aan deze heilige Communie hebben deel genomen, met uwe genade en hemelsche zegeningen mogen vervuld worden. En ofschoon wij, wegens onze menigvuldige zonden, onwaardig zijn, U eenig offer toe te brengen, smeeken wij U , nogtans, dezen onzen schuldigen pligt en dienst te willen aannemen; onze verdiensten niet in aanmerking nemende, maar onze overtredingen vergevende, om Jezus Christus, onzen Heer; door wien en met wien, in éénigheid des Heiligen Geestes, U, o almagtige Vader, zij alle eer en heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.

Of dit.

ALMAGTIGE en eeuwige God! wij danken U met ons gansche hart, dat Gij ons, die deze heilige verborgenheden behoorlijk ontvangen hebben, met de geestelijke spijze van het allerdierbaarste ligchaam en bloed uws Zoons, onzes Zaligmakers Jezus Christus, hebt gelieven te voeden; en ons daardoor van uwe gunst en genade jegens ons verzekert; en dat wij als ware leden zijn ingelijfd in het verborgen ligchaam uws Zoons, hetwelk is de gezegende gemeenschap van alle geloovigen; en ook door hope erfgenamen zijn van uw eeuwig Koningrijk, om de verdiensten van het dierbaar lijden en sterven uws lieven Zoons. En wij smeeken U ootmoedig, o hemelsche Vader! ons zóó met uwe genade te ondersteunen, dat wij in die heilige gemeen. schap volharden, en alle zoodanige goede werken doen mogen, welke Gij ons bereid hebt om daarin te wandelen; door Jezus Christus, onzen Heer, wien met U en den Heiligen Geest zij alle eer en heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.

Daarna zal gezegd of gezongen morden:
 

Prayers of Thanksgiving

EERE zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de menschen een welbehagen. Wij prijzen U, wij loven U, wij aanbidden U, wij verheerlijken U, wij danken U wegens uwe groote heerlijkheid, o Heere God, Koning des hemels, God, de almagtige Vader!
    O Heer, de ééniggeboren Zoon Jezus Christus; o Heere God, Lam Gods, Zoon des Vaders! die de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer. Gij, die de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer. Gij, die de zonden der wereld wegneemt, neem onze gebeden aan. Gij, die zit ter regterhand Gods des Vaders, ontferm U onzer.
    Want Gij alleen zijt heilig; Gij alleen zijt de Heer; Gij alleen, o Christus! met den Heiligen Geest, zijt hoogst in de heerlijkheid van God den Vader. Amen.

Danzal de Priester (of de Bisschop, zoo hij tegenwoordig is t de gemeente met deze zegenbede laten uiteengaan.
 

Gloria

DE vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, beware uwe harten en zinnen in de kennis en liefde van God, en zijnen Zoon Jezus Christus, onzen Heer; en de zegen des almagtigen Gods, Vader, Zoon en Heiligen Geest, zij en blijve altijd met U. Amen.

Collecten, waarvan er ééne of meer telken: dage na het Offertorium moet gezegd 1vorden, 1vanneer er geene Communie is; en dezelve mogen, ook gezegd morden, zoo dikwijls de gelegenheid dienstig is, na de Collecten zoo van het Morgen- als Avondgebed, de Communie, of de Litanie, naar het goeddunken del Dienaars.
 

Final blessing

ONDERSTEUN ons genadiglijk, o Heer! in deze onze gebeden en smeekingen, en rigt den weg uwer dienaren, om de eeuwige zaligheid te verkrijgen; opdat zij, te midden van al de wisselingen en toevallen dezes sterfelijken levens, altijd door uwen genadigen en tijdigen bijstand mogen beschermd worden; door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.

O ALMAGTIGE Heer en eeuwige God! wij smeeken U, ons naar ziel en ligchaam te willen besturen, en heiligen, en ons te leiden in de wegen uwer wetten, en in het volbrengen uwer geboden; opdat wij door uwen alvermogenden bijstand, beide hier en hier namaals, naar ligchaam en ziel mogen behouden worden; door onzen Heer en Zaligmaker, Jezus Christus. Amen.

GEEF, bidden wij U, almagtige God! dat de woorden, welke wij heden met onze ooren gehoord hebben, door uwe genade zóó diep in onze harten gedrukt worden, dat zij bij ons voortbrengen de ! vruchten van eenen goeden wandel, tot lof en eer van uwen heiligen naam; door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.

VOORKOM ons, o Heer! in al onze bedrijven met uwe genade en gunst, en zijt ons steeds met uwe hulp nabij; opdat wij in al onze werken, in U begonnen, voortgezet, en geëindigd, uwen heiligen naam verheerlijken, en eindelijk door uwe genade het eeuwige leven verkrijgen mogen; door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.

ALMAGTIGE God! bron van alle wijsheid, die onze behoeften kent, eer wij U vragen, en onze onkunde in het vragen; wij smeeken U, heb medelijden met onze zwakheden; en schenk ons die dingen, welke wij om onze onwaardigheid van U niet durven, en om onze blindheid van U niet kunnen vragen, om de verdiensten van uwen Zoon, Jeezus Christus, onzen Heer. Amen.

ALMAGTIGE God! die beloofd hebt de gebeden te verhoeren, die men, in den naam van uwen Zoon, tot U opzendt; wij smeeken U, neig genadiglijk uw oor tot ons, die thans onze gebeden en verzuchtingen tot U opgezonden hebben; en geef, dat hetgeen wij met een geloovig hart en overeenkomstig uwen wil U gevraagd hebben, werkelijk door ons moge ontvangen worden, ter vervulling onzer behoeften, en ter verbreiding uwer heerlijkheid; door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.
 

Collects

Op Zon- en andere Feestdagen: (zoo er geene Communie is) zal echter alles gezegd worden: mat bij de Communie verordend is, tot aan het einde van het algemeene Gebed [Voor den ganschen staat van Christus' strijdende Kerk hier op aarde] tegelijk met ééne of meer der laatst vermelde Collecten, besluitende Imet de zegenbede.

En des Hoeren Avondmaal zal niet gevierd worden, tenzij er, naar zijn oordeel, een voegzaam aantal is, om met den Priester te communiceren.

En zoo er niet boven de twintig personen van jaren van onderscheid in de Parochie zijn, om de Communie te ontvangen; zal er echter geene Communie zijn, tenzij er vier (of minstens drie) met den Priester communiceren,

En in Cathedralen: en Collegie-kerken, en in Collegiën waar er vele Priesters en Diakenen zijn, zullen zij allen ten minste iederen Zondag de Communie met den Priester ontvangen, tenzij men eene gegronde reden voor het tegendeel hebbe.

En om alle gelegenheid tot oneenigheid en bijgeloof 1veg te nemen, die iemand heeft of hebben mogt omtrent het brood en den 1vijn, zal het genoeg wezen, dat het brood zoodanig zij als men gewoonlijk eet; evenwel het beste en zuiverste tarwenbrood, dat er gereedelijk. te verkrijgen is.

En indien er eenig brood en wijn oningezegend overblijft, zal de Geestelijke der Parochie het tot zijn gebruik behouden; maar indien er iets van het ingezegende overblijft, zal zulks niet uit de Kerk gebragt morden; mar de Priester en zulke anderen der Communicanten als hij dan tot zich roepen zal, zullen hetzelve, onmiddelijk na de zegenbede, eerbiediglijk eten en drinken.

Het brood en de mijn voor de Communie zullen door den Geestelijke en de Kerkmeesters, op kosten der Parochie, bezorgd worden;

En merk op, dat ieder parochiaan ten minste driemaal in het jaar, waaron der Paschen één moet zijn, communiceren zal. En jaarlijks op Paschen zal ieder parochiaan met den Rector, Vicarius, of Geestelijke, of zijnen of hunnen afgevaardigde of afgevaardigden afrekenen, en hun of hem alle kerkelijke schattingen, volgens gewoonte verschuldigd, en dan en te dien tijde vervallen, betalen.

Ka het eindigen. der godsdient zal het bij het Offertorium gegeven geld tot zulke vrome en liefdadige einden besteed worden; als de Dienaar en Kerkmeesters zullen goedvinden. Mogten zij hieromtrent oneenig zijn, dan zal het besteed worden, zoo als de Ordinarius verordenen zal.

"AANGEZIEN het in dit Formulier van de Bediening van des Heeren Avondmaal bevolen is, dat de Communicanten hetzelve knielend ontvangen zullen; (welke orde met de goede bedoelig gegeven is, om tot teeken te verstrekken onzer ootmoedige en dankbare erkentenis der weldaden van Christus, daarin aan allen, die hetzelve waardig ontvangen, gegeven en ter vermijding u van zulk eene ontheiliging en wanorde in de heilige Communie als anderzins zou kunnen ontstaan;) nogtans, opdat dit knielen door niemand, hetzij uit onkunde en zwakheid, hetzij uit boosaardigheid en hardnekkigheid, misduid of misbruikt moge worden; zoo wordt hier verklaard: dat daardoor geene aanbidding bedoeld wordt, of plaats moet hebben, noch van het brood of den wijn des Sacraments, dáár ligchamelijk ontvangen, noch van eenige ligchamelijke tegenwoordigheid van Christus natuurlijk vleesch en bloed, Want het brood en de wijn des Sacraments blijven in hunne natuurlijke zelfstandigeld, en mogen daarom niet aangebeden worden; (want dit zou afgoderij wezen, door alle geloovige Christenen te verfoeijen;) en het natuurlijk ligchaam en bloed onzes Zaligmakers Christus is in den hemel, en niet hier; dewijl het strijdt met de waarheid van Christus natuurlijk ligchaam, dat het terzelfder tijd op meer dan ééne plaats zoude zijn."

Final Rubrics

 

Return to the 1662 Book of Common Prayer in Dutch

Web author: Charles Wohlers U. S. EnglandScotlandIrelandWalesCanadaWorld